Fijne vakantie gehad? Waar ben je geweest? Een hokje van je ‘bucketlist’ kunnen afvinken? De tip gevolgd van TikTok, de ultieme bron van FOMO? Een wit ‘bounty’ strand, een jungle paradijs?
Naar ‘hotspots‘ met lange rijen? Tijdslots. Schuifelen in een paradijs. Lissabon de toren van Bellem? Mooi uitzicht op het topje van de Matterhorn. 45° 58′ 35″ NB, 7° 39′ 31″ OL ? Uitzicht op de Walliser Alpen en op Wallis? Wel hoog 4.500 m, een hele klim?
K*t. We zijn weer niet de enigen.
Later pas echt beleven
Veel meegemaakt, mooie plekken gezien? In ieder geval foto’s gemaakt, zodat je het later pas echt kan beleven? Selfies met boeddhistische monniken bij een tempel? Dat oranje doet het goed bij al dat groen en het grijs van de stenen. Toch?
Thuis vertellen over je avonturen. Bewonderende blikken incasseren. Niet vertellen dat je twee uur in de rij hebt moeten staan. Maar daarna was het geweldig. Kijk maar op deze foto. “Hè, wat zie ik daar? Interessant. Heb ik niet gezien toen ik er was”.
Of heb je in een tent geslapen? Kunnen luisteren naar de krekels. ’s Nachts het geritsel gehoord, in de struiken achter de tent. Nee hier zijn geen tijgers. Rust, stilte verder.
Heb je je doel al vroeg in het jaar gekozen? Doe ik vaak. Heb een standaard lijst voor wat ik moet meenemen. Ik ben een planner, licht neurotisch. Die lijst ‘update’ ik voor elke nieuwe reis. Geeft me rust. Voorkomt dat ik iets vergeet.
Waarheen gereisd?
Waarheen ik ben geweest? Een stuk of dertigmaal naar Indonesië, mijn geboorteland. Voor werk en vakantie. Tweemaal geveld door ‘dengue’. Java, Sumatra, Bali, Flores, Sulawesi. Manado, vandaar naar Morotai. De springplank van MacArthur. Vanwaar op 7 september 1944 een zwerm vliegtuigen opsteeg. Om Manado te bombarderen. Drie uur lang. Na afloop de helft van de stad plat. Ik zat er middenin en heb het overleefd.
Tig maal naar de VS, voor werk en vakantie. Nu even ‘on hold’, tot de tyfoon daar uitgeraasd is. Dus misschien nooit meer.
Veel naar Frankrijk. Wat minder naar Spanje en Italië. Veel ook naar Noorwegen in zomer en winter. Heb daar stage gelopen in een papierfabriek. Zweden een paar keer, speciaal daarvoor college Zweeds gelopen. Een enkele maal naar Finland. Marimekko. Ook Engeland, Budapest en Praag. Eenmaal Australië, het land van onze bevrijders, september 1945.
Nooit Afrika en Zuid Amerika. Waarom niet?
Vliegen, desnoods
Waarmee reisde ik? Binnen Europa met de auto. Soms met de trein. Daarbuiten, noodgedwongen met het vliegtuig. Economy, af en toe ‘business’, betaald door “de zaak”, soms een ‘upgrade’ door de ‘airliner’ of betaald door de Alarmcentrale.
Nooit vliegangst gehad. Wel steeds het ongemak ervaren van lange vluchten. Indonesië, tussenstop Singapore. Verder prima. Nu echter als ik, vlakbij, een vliegtuig hoor opstijgen vanaf Rotterdam The Hague Airport, bij mij om de hoek, denk ik “Gelukkig dat ik daar niet in zit”. Telkens weer. Die opvliegers.
Zwerven, vrijheid
Tot mijn mooiste reizen behoren toch wel de tochten met een kampeerauto. Eerst een gehuurde “Zwerfauto”. Daarna jarenlang in een Citroën HY, zo’n vierkante ribbeltjes auto, een frites-kar. Gekocht van iemand verderop in de straat. Mijn Egbertine kwam op een ochtend terug van de kleuterschool en zei “Er staat een auto te koop”. Ik houd zoiets op toeval of is het voorbestemming?
Interieur verbouwd, lichtgroene gordijntjes, buitenkant wit geverfd. Bij mijn jubileum bij het Chemisch Weekblad, van de chemische vereniging (KNCV) een revisiemotor gekregen, ingebouwd door een Citroën Hobbyclub.
Reizen zonder vast doel. Ervaren wat je tegenkomt. De zon en de wind volgen. Serendipity.
Zoals Xavier Rudd dat bezingt:
“Follow, follow the sun
And which way the wind blows
When this day is done
Breath, breath in the air
So follow, follow the sun
The direction of the birds
The direction of love
Breath, breath in the air”

De HY aan een Normandisch strand
Nostalgie
Zwerven met de HY behoort dus tot mijn mooiste reisherinneringen, temeer omdat in die tijd nog weinig regels bestonden voor het overnachten in bossen en aan het strand. Normandië, Bretagne, de Ardennen. Zelfs het Zwarte Pad, de parkeerplaats in Scheveningen. Geen slagboom, vrij parkeren. Zaterdagmiddag daarheen. ’s Avonds het vuurwerk bekijken. Daarna gordijntjes dicht, slapen. Om zes uur in de ochtend de eerste parkerende Duitsers. Strandwandeling. Lunch in de HY. Koel wijntje. Rondom auto’s wanhopig op zoek naar een plekje. In de middag weer rustig naar huis.
Of wat te denken van parkeren aan een strand in Normandië. In donker aankomen. In de vroege ochtend de gordijntjes open, uitzicht op het witte strand, daarboven de zee en de blauwe lucht. Heb de HY na tien jaar verkocht. Met bloedend hart. Nostalgie.
De mierenzwerm, wat doe je ertegen?
Dat was vóór de tijd van het massatoerisme. Had ik eigenlijk nog niet zo meegemaakt. Tot vorig jaar, toen ik met mijn dochter Laura in Lissabon was. We reden met de tram langs diverse ‘hotspots’. Lange rijen wachtenden. Daartussen wil je toch niet staan, in de zon.
Zij dus wel. TikTok obsessie. FOMO. Op zoek naar het paradijs.
Obsessie voor de een, nachtmerries voor de ander. Het geluid van rolkoffers over de kinderhoofdjes van de Amsterdamse grachten. Buurt verpest door een lange wachtrij voor Fabel Friet, een TikTok hit. Een kermis, doorgang verhinderd, afval. ‘Crowdmanagers’ ingezet. In Barcelona de hotspot Parc Güell. Het stadsbestuur liet de buslijn naar de wijk van Google Maps af halen. ‘t Werkte. In Venetië een toegangsticket van € 5. Een lachertje.

Vakantiestress
Je gaat meestal op vakantie om te ontstressen. Dat loopt vaak anders. Om te beginnen door de aanleiding ‘the fear of missing out’. Dan de reis. De organisatie vooraf, problemen tijdens de reis, boot gemist, opgelicht, ziekte. Wat onderweg gebeurt, daar kan je vaak niets aan doen. Overkomt je. Wat wel kan is je niet laten leiden door FOMO. Laat dat los. Kies voor JOMO, “the Joy of Missing Out”.
Laat je op weg helpen door Olaf Tempelman. Lees zijn boek “De kunst van het missen. Waarom aardse paradijzen niet gelukkig maken.” Aanvaard een gemis en accepteer onvolledigheid. Wat zei trouwens Epicurus daar over? “Hetgeen men heeft moet men niet bederven door verlangen naar wat men mist”.
En, wat ik al vaker heb geschreven, stel je verwachtingen niet te hoog. Hoge verwachtingen leiden geheid tot teleurstelling. Dat risico loop je vooral bij nostalgische reizen. De werkelijkheid wijkt bij nader inzien af van de geromantiseerde herinnering.
En, tenslotte, houd rekening met de ‘peak-end rule’ van Daniel Kahneman. Koester de hoogtepunten en zorg ervoor dat het eind geen nare nasmaak heeft. Betaal bijvoorbeeld die hoge hotelrekening vooraf.
Edwin Kisman
Wat vind u van deze column?

Boeken
Olaf Tempelman, “De kunst van het missen. Waarom aardse paradijzen niet gelukkig maken.” 2025
Ap Dijksterhuis, “Wie (niet) reist is gek” 2018
Xavier Rudd of YouTube “Follow the Sun”





Reizen is niet leuk meer, iedereen reist tegenwoordig en dus kom je tegenwoordig overal weer andere reizigers tegen. Behalve in de echte bergen, zoals de Dolomieten, begrijp ik. Onvoorbereid, als je verongelukt wordt je door de hulpbrigade weer uit je benarde positie opgepikt.
Vroeger, zo’n 50 jaar geleden, was reizen nog avontuurlijk: helemaal alleen aan het strand van Zuid-Java in Pangandaran, waar de lokale vissers om 7 uur ‘s-morgens hun vislijnen inhaalden. Of aan de kust van Kuta, waar alleen nog maar hutjes stonden voor de Australische jongeren die hier kwamen surfen, of ‘s-nachts om 3 uur vanuit Grand hotel Bromo met paardjes naar de top van de caldera en na de zonsopgang te hebben bekeken afdalen naar de zandzee om vervolgens de anak-Bromo te beklimmen en vanaf de rand in de vurige diepte te kijken. Helemaal alleen op de begeleiders van de paardjes na. Diepe bevrediging, heerlijk. Maar 25 jaar later is die stilte volledig verstoord, is de hele rand van de caldera met krotten bebouwd (hotels noemt men die) en rijdt men met 4W drives niet alleen de berg op, maar ook naar beneden en door de zandzee. Walgelijk om daar te verkeren en er is geen enkele betovering meer. Is Pangandaran verworden tot één grote afvalhoop met blèrende muziek !!
Of in een soort Bommel schicht met chauffeur, gids en kok de 2-daagse reis maken van Srinagar via Pahalgam en Dras naar de toppen van de Hindu-Kush, in de diepte begeleid door de Indus rivier met hier en daar groene enclaves als teken van menselijke aanwezigheid. Op weg naar Leh – de hoofdstad van Ladakh, met een overnachting op 3000 meter hoogte in Kargil. De hele dag helemaal alleen op de weg, wat een schoonheid en wat een rust. Verdwenen is die betovering: overal het gekrioel van die horde menselijke mieren, luidruchtig de rust verstorend, zich gedragend als men alleen op de wereld is. Nee, reizen is niet leuk meer.