Ik was 26. Studeerde nog scheikunde aan de UvA, toen ik van Harald Christern, een van de twee directeuren van Misset, de vraag kreeg. “Wij hebben een tijdschrift, Chemische Courant. Dat loopt niet. Kan jij met een voorstel komen voor verandering?”.
Ik hield van uitdagingen, dus ik zei ja. Zonder enige aarzeling en zonder enige ervaring. Ja, ik was een jaar roeiverslaggever van het Algemeen Handelsblad geweest, had als tekenaar in de redactie van Folia Civitatis gezeten, tekende cartoons en studeerde chemie. Misschien was het die mix waarop ik vertrouwde. Harald waarschijnlijk ook.
Ik analyseerde het blad en zijn concurrentie en presenteerde na 4 maanden een rapport, inclusief een nieuwe formule. “OK” zei de directie, “het ziet er niet slecht uit. Ga het maar uitvoeren”.
Wie kaatst kan de bal verwachten.
Entree
Dat was het moment waarop ik de vakbladwereld instapte. Het was wel hard werken. Eenmaal in de veertien dagen tegen deadline een nacht doorwerken en de kopij ’s ochtend om 6 uur op het Amstelstation meegeven aan een conducteur, die het Doetinchem afgaf.
Het blad sloeg aan, zo goed dat na een jaar de vereniging van chemici er een bod op deed. De Chemische Courant verhuisde van Doetinchem naar Den Haag en ik verhuisde mee. Althans, in het begin leidde ik nog een nieuwsredactie die wekelijks in mijn huis in de Sarphatistraat ’s avonds stukjes schreef. Chemie studenten, economiestudenten en zelfs een economie redacteur van het Algemeen Handelsblad. Ik studeerde af.
Daarna stapte ik op de ladder. Eerst hoofdredacteur van het Chemisch Weekblad (wat ik 28 jaar bleef), toen directeur/uitgever van Sigma Chemie, met ondermeer het Nederlands Tijdschrift voor Natuurkunde, NCI het blad van de chemische industrie en een wetenschappelijk chemisch blad “Receuil des Travaux Chimique des Pays Bas”. Een mondvol. Ik was ondergedompeld in een bad vol vaktijdschriften.
Flower power
De uitgeverij Sigma Chemie werd eind 70-er jaren, inderdaad het “flower power” decennium, waaraan de meeste redacteuren uit die tijd nog mooie herinneringen bewaren, na een intensieve aanbesteding overgenomen door Stam Tijdschriften. Tijl en Misset hadden het nakijken.
Dat was even wennen. Na een uiterst creatieve periode met vrijheid ineens ingeregen in een korset van regels, afspraken en vergaderingen. Het kostte me wel wat tijd om daaraan te wennen tot ergernis van Joop Smit de directeur van Stam, overigens een heel vriendelijke man. Hij aan het hoofd, dat ging dus wel, maar daarboven Maarten ten Hagen. Uiterst formeel en streng.
Aan het eind van mijn loopbaan bij de uitgeverij, die intussen ten Hagen Stam heette, kreeg ik Herman Jongeling als baas . Een directeur met feeling voor de uitgeverij. Chemisch technoloog, afkomstig van Douwe Egberts, geboren en getogen in een krantenmilieu, zakelijk en met veel gevoel voor het redactionele product. Gaf me alle ruimte bij redactionele ontwikkelingen en innovaties.
Stam Tijdschriften
Ik overleefde, had bewust afstand gedaan van mijn managementfunctie om terug te keren naar de redactievloer, waar mijn hart lag. Bevrijdend. Werken met vaktijdschriften rondom. Science, techniek, weekbladen, maandbladen.
Ik werd algemeen hoofdredacteur van een Groep NatuurWetenschappelijke bladen. Nou ja, er zaten bijvoorbeeld ook het Economenblad, Podium en Techniek en Architektuur/Bouwen bij. Allemaal vakbladen, dat wel. Ik bleef dat van 1979 tot 1995, werd daarna tot 1997 algemeen hoofdredacteur van (inmiddels) ten Hagen Stam.
Rond 1980 introduceerde ik bij Stam Tijdschriften de Mac (een “Plus”) door het geven van een demo voor hoofdredacteuren. Ik had een model voor kostprijsberekening van tijdschriften gemaakt. Een der aanwezigen: “Een hoofdredacteur achter een computer. Aan het rekenen. Dat slaat toch nergens op!”
Never a dull moment
Ik had al die tijd een uitstekend, talentvol team, dat 9 vakbladen maakte. Ik had er niet mijn handen vol aan. Dus zocht ik nieuwe uitdagingen. Mijn tweede natuur. Het werden een Bureau Technische Teksten, een Bureau Technografiek, dat infografieken maakte voor bedrijven van Kluwer BBI en tenslotte, 5 jaar lang, een Quality Management project dat zich richtte op verbetering van allerlei processen binnen de werkmaatschappijen van WK Nederland zoals redactie, verkoop, databanken. Mooie tijd, mooie resultaten. ‘Never a dull moment’.
Van meet af aan heb ik me ook bezig gehouden met de professionalisering van de redactie. Ik was in de breedte van de Kluwerbedrijven actief, lateraal. Vakbladen worden voor het merendeel gemaakt door professionals geschoold in een bepaalde “technische” discipline. Een bekend dilemma was: maak je van een journalist een vakredacteur of leer je een vakman schrijven. Dat laatste was meestal makkelijker. De praktijk was een goede leerschool.
Trendsetter
Naast die praktijk organiseerde ik veel workshops en seminars, zoals in 1988 “Het effekt van USA Today op vaktijdschriften”. Die krant (“McPaper”) was pas enkele jaren op de markt, maar het was duidelijk een trendsetter. Vooral de behandeling van tekst, van beeld, (info)grafieken en de afstemming van die elementen op elkaar kon een voorbeeld zijn voor de recht toe recht aan vakbladen van die tijd. Het was mooi te zien hoe teams van vakredacteuren onwennig bezig waren met het uitvoeren van hun opdrachten. Worstelend met vreemde materie.
Ik interesseerde me voor dat soort onderwerpen en zocht vooral kennis in de VS. Een week workshop aan de Rhode Island School of Design, Providence: “Think with a pencil”, onder leiding van , de bekende infograficus van Time Magazine. Een week in het Poynter Institute, St. Petersburg, Florida, onder leiding van Pegie Stark: “Words and Visuals”. “Color Camp” met een team van ten Hagen Stam aan de North Western University, Evanston.
Alle ervaringen in de VS opgedaan herhaalde ik, thuisgekomen, met werkgroepen van Kluwer. Ook wat ik opstak tijdens Folio conferences en de bijeenkomsten van de Society of News Design , waar ik 14 jaar lid van geweest ben. Bovendien organiseerde ik binnen Kluwer een cyclus met Amerikaanse gastsprekers die daar nog een schepje bovenop deden. Met coryfeeën als Nigel Holmes, Robert Lockwood, Jan White, Peter Jacobi en Buck Ryan.
Na mijn afscheid van ten Hagen Stam heb ik nog een aantal jaren redacties getrained, tijdschriften geëvalueerd en cursussen gegeven. ‘Masterclasses’ tot aan Java toe. Visualisering, mindmapping en communicatie van informatie, allemaal stokpaardjes van mij.
Na een sabbatical van 7 jaar, als directeur van de van Deventer-Maas Stichting, een vermogensfonds dat onderwijs in Indonesië financiert, voert het schrijven van blogs in VakbladOnline me weer terug in het land van de (vak)tijdschriften.
Is er veel veranderd?
Zeker: leesgedrag, mobiel aanbod, multimedia, curation, Big Data analyse.
De ‘basics’ zijn echter overeind gebleven: uitstekende content en een heldere presentatie. Ik hoop dat in volgende blogs aan te tonen.
Edwin Kisman
Visualisator, trainer, evaluator van tijdschriften
edwinkisman@gmail.com
Zie ook zijn profiel op LinkedIn
Wie “The Making of McPaper. The inside story of USA Today. (1987)” wil lezen, kan het boek een maand lenen uit de bibliotheek van VakbladOnline. Daarna terugsturen of doorsturen naar een volgende belangstellende. Stuur een aanvraag (mail) naar mij.
Erg mooi curriculum met een grote en boeiende verscheidenheid aan werkzaamheden en functies/rollen. Je illustraties, tekeningen, animaties vind ik erg treffend en mooi gemaakt. Nu weer aan het bloggen. Helaas is dat laatste niet mijn cup of tea, maar we houden contact op andere manieren zoals een goed lunchgesprek over grote en kleine zaken. Groet, Ruud