Neem aan van mij, een bijschrift hoort er bij.

2015 Caption Bij een bezoek aan een Amerikaanse krant zei een redakteur me eens: “Weet je wie hier eigenlijk het meest zou moeten verdienen? De schrijver van de bijschriften bij foto’s. Dat zijn de best gelezen teksten van de krant”.
In dat laatste had hij in ieder geval gelijk. Bijschriften zijn teksten die altijd gelezen worden.

Dat wordt ook onderstreept door wat Annieke Kranenberg, ombudsvrouw van de Volkskrant op 27 september 2014 schreef over foute fotobijschriften en onjuiste aannames: “Het is veel lezers een doorn in het oog: fouten in fotobijschriften. Ze komen relatief vaak voor en er wordt veel, heel veel over geklaagd. Ik schat dat een kwart van de rubriek ‘Aanvullingen & Verbeteringen’ erdoor wordt ontsierd.’

Bijschriften vallen op omdat zij gekoppeld zijn aan een foto. Ze vullen de informatie van de foto aan en vormen vaak een brug naar de tekst.
Belangrijk is daarbij de plaats van het bijschrift. Het moet overduidelijk zijn bij welk beeld het hoort, of het nu links, rechts of onder de foto staat.
Er zijn maar weinig beelden die het zonder bijschrift kunnen doen. Uitzonderingen zijn bijvoorbeeld sfeerfoto’s, emo-beelden.

Meesters in het maken van bijschriften waren de redacteuren van Scientific American die het telkens weer klaarspeelden een bijschrift te schrijven  in een helemaal uitgevuld blok. Geen enkel teken wit aan het eind. Bovendien begon het bijschrift (de ‘caption’) altijd met een vetgedrukt of kapitaal gezet woord dat meteen als titel van het beeld fungeerde. Uitgekiend, een dubbelfunctie.

Man op de berg
Een bijschrift moet het plaatje versterken, een synergetische eenheid ermee vormen. 1+1=3.
Een bijschrift moet de vragen beantwoorden die het beeld bij een lezer oproept. In het geval van onderstaande illustratie bijvoorbeeld: Wie is dat? Wat doet die man op die bergtop, waar kijkt hij naar? Hoe is hij daar gekomen? Welke berg is dat? Wanneer stond hij daar? Waarom stond hij daar?

Het bijschrift zou dan als volgt kunnen luiden:

2015 VerDuister 2WILLIBRORD GANZEN, amateur astronoom, heeft zich op 27 september  ’s avonds om 19.00, door een  helikopter van de Chileense luchtmacht op de top van de Ojos del Salado (6.880 m), driemaal zo hoog als de twee ESO observatoria in Chili,  laten zetten om getuige te zijn van de totale maansverduistering enkele uren later. Hier kijkt hij door zijn gestabiliseerde handkijker naar de donkerrode maan op het ’moment suprême’. Het heeft ’m wel wat gekost, maar  dit unieke moment had hij voor geen goud willen missen. Win-win.

Dit bijschrift is misschien wat lang maar het beantwoordt wel heel wat lezersvragen. Het kan als een brug naar aanvullende tekst in het artikel vormen.
Het zou ook als kaderstuk in het artikel kunnen worden geplaatst, plaatje-plus-praatje.

Informatie
Hoe kom je als schrijver van bijschriften aan de gegevens voor het bijschrift? Van de auteur, van de fotograaf, door het artikel goed te lezen, of door wat te googelen (juiste spelling volgens het Groene Boekje).

Een ‘storyconference‘, waarover ik het eerder heb gehad, is hierbij van onschatbare waarde. Allereerst door het benadrukken van het adagium ’Denk Als een Lezer’, vervolgens door de inbreng van de diverse betrokkenen en, niet het minst belangrijk, door de aandacht die wordt geschonken aan de synergie van alle componenten van een artikel, waaronder de bijschriften.

Missers
De redactie van Het Financieele Dagblad heeft een geheel eigen kijk op de rol van bijschriften. Gebruikt de aandachttrekkende eigenschap van het beeld en plakt er een ‘streamer’ onder. Dissonantie, geen synergie. Gemiste kans. Neem bijvoorbeeld het artikel “Slimmer produceren niet meer fiscaal beloond” in de krant van 12 oktober jl. Een openingsfoto waar in de achtergrond een auto ‘in statu nascendi‘ op de bok staat. Arbeiders zijn bezig met de montage. Op de voorgrond een werknemer die voorbij fietst, van rechts naar links. Hij kijkt naar de fotograaf. Het bijschrift? “Met innovaties van productieprocessen, zoals bij VDL NedCar in Born, valt straks geen belastingvoordeel meer te halen”. Hoezo bijschrift? Veel redacties weten het verschil niet tussen een bijschrift en een ‘streamer’ of een ‘call out‘. Maar, troost je fD redactie, jullie zitten in een groep van 90 procent dat er moeite mee heeft. De Volkskrant doet het  goed afgezien van de fouten waar Annieke Kranenberg het over had.

Neem dan het C2W, het blad van de chemici. Een artikel “Paraffinepil voor organici“, over het bewaren van gevoelige reagentia in een paraffine capsule. De foto: een grijs vlak waarop een witte koker (paraffine capsule) en op de voorgrond een Amerikaanse dollarcent (voorzover ik dat kan zien). En het bijschrift? “Zelfs gemorst water deert de capsules niet“. Een dollarcent kennelijk ook niet.

Nog een van het fD. Een artikel over de liberalisering van de spoormarkt. Een foto van twee parallele spoorrails’ die naar een verdwijnpunt toe gaan, en een dwars daaroverheen liggende boom, kennelijk door de storm geveld. Het bijschrift: “NS blijft voorlopig de dominante aanbieder van passagiersvervoer in Nederland“. Ironisch bedoeld? Zou een stijlbreuk zijn. Gevolg van een weekendkater? Kan niet, want de foto stond in de krant van vrijdag 9 oktober.

Ik heb het fD er uitgelicht, omdat ik dat tot voor kort dagelijks onder ogen kreeg.

Do’s en don’ts
Wat betreft het schrijven van bijschriften, hierbij nog enkele tips.

Wat wel doen:
* Veel aandacht besteden aan het schrijven van bijschriften.
* Daarin lezersvragen beantwoorden, aanvullende informatie geven. Denk Als een Lezer.

2015 Captions-plaats* Het bijschrift zó plaatsen dat het duidelijk is bij welk beeld het hoort.
Links geplaatst (1), rechts lijnend. Rechts geplaatst (2), links lijnend. Onder, uitgevuld (3).
* Het bijschrift zo mogelijk beginnen met een sleutelwoord dat de titel van het beeld zou kunnen zijn.
* Het eerste deel van het bijschrift laten slaan op het beeld, het tweede deel kan refereren aan de tekst (brugfunctie). Altijd zorgen voor een inhoudelijke relatie met de foto.

 

Wat niet doen?
* Niet klaarblijkelijkheden en overduidelijkheden beschrijven.
* Het bij- of bijschrift te ver van het beeld plaatsen.
* Een bijschrift bij een (sfeer)beeld zetten, dat geen vragen oproept.

Edwin Kisman

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *