Quo Vadis NATO? Met Rutte aan het roer.

Gepubliceerd op
De Grote Roerganger

Hij schijnt favoriet te zijn, Mark Rutte. Als opvolger van Jens Stoltenberg. Hoezo? Nou, blanke man, 56 jaar. Hangt tegen z’n ‘midlife‘crisis aan. Zoekt een ander baantje na 14 jaar Nederland geleid te hebben. Voor de klas staan? Nee, daar heeft hij nog wel serieus over gedacht. Maar hij zit nog bomvol ambitie. Adrenaline.
Jens gaat pas in oktober 2024 weg. Er kan dus nog van alles gebeuren.

Man of vrouw?
In de achterkamertjes waarin de selectie plaatsvindt bestaat een voorkeur voor een man op deze positie. Maar volgens velen is het bondgenootschap toe aan een eerste vrouwelijke leider.
En dat kan. Er zijn genoeg vrouwen die door het glazen plafond heen gebroken zijn. Bijvoorbeeld al die vrouwelijke CEO’s vandaag de dag. En die vrouwelijke premiers, of moet je zeggen premières.
Voorbeelden. De Deense premier Mette Frederiksen en de Duitse Ursula von der Leyen. De (ex) premiers Angela Merkel (Duitsland),  Jacinda Ardern (New Zealand), Sanna Marin (Finland), Ingrida Simonyte(Litouwen), Katrin Jakobsdóttir (IJsland), Erna Solberg (Noorwegen). En wat dacht u van de ‘Iron Lady’ Margaret Thatcher. Dilan Yesilgöz is voorlopig nog niet aan de beurt.

Concurrent(e)
En dan is er nog Kaja Kallas, de premier van Estland, die ook belangstelling heeft getoond voor de stoel waarop Mark Rutte aast. Zij heeft het voordeel dat zij haar land op orde heeft en de tweeprocentsnorm voor defensie ruim haalt. Kaja is jong, 44 jaar, succesvol en een witte vrouw. Ze heeft één nadeel: ze is sterk anti-Russisch. Dat zet de verhoudingen bij voorbaat al op scherp.

Kaja (l) en Mark. Samen op één stoel?

Janboel
Het land op orde. Dat kan je van Mark niet zeggen, na veertien jaar in de ‘drivers seat’. Mocht je nog denken dat ’t wel zo is, lees dan het artikel van Thomas Muntz, hoofredacteur van Investico, in de Groene Amsterdammer van 16 november, “Doen wat de minister wil” in de serie “De boedel van Rutte”. Of eigenlijk “De Janboel van Rutte”.

Wie het laatst lacht…

Winnen zonder strijd
Stoltenberg heeft het artikel vast niet gelezen. Essentiële informatie over een opvolger, die z’n organisatie goed door het hedendaagse mijnenveld moet leiden. Sterk maken voor de toekomst.
Of misschien heeft hij het artikel wel gelezen en zoeken ze niet een goede leider, een goede manager, maar een gladde politicus. Zonder veel actieve herinneringen. Een rappe prater, een colporteur, die van het ene compromis naar het volgende kan slalommen. Behendig heikele conflicten vermijdend, snelle compromissen sluitend.
Ja dat zal het zijn. Het credo van Sun Tzu nastreven “Het beste is te winnen zonder strijd”.
Compliment Jens, goede keus. Is dat zo? Lees toch nog even het artikel van Ko Colijn, in de NRC van 20 november “Waarom Mark Rutte ongeschikt is als NAVO-baas”. Hij geeft negen (!) redenen.

Edwin Kisman
Wat vond u van deze column?

4
1

Artikelen
Ko Colijn, “Waarom Mark Rutte ongeschikt is als NAVO-baas”
NRC 20 november 2023
Thomas Muntz, “Doen wat de minister wil” in de serie “De boedel van Rutte”
De Groene Amsterdammer, 46-47, 16 november 2023

Zijn onze leiders goed voor zeven vinkjes?

Gepubliceerd op

Deze niet. Heeft maar vier vinkjes!

Bedrijven, overheid, maar ook de transitie naar een groene maatschappij vragen om goede leiders die alle ‘stakeholders’ in het proces kunnen overtuigen, die goed kunnen communiceren, die effectieve middelen kunnen ontwikkelen en die een ‘niet lullen maar poetsen’ mentaliteit hebben. Waaraan moeten die leiders voldoen? Een checklist met zeven kenmerken biedt daar zicht op. Wie zeven vinkjes krijgt is geslaagd.

Het is alsof de tijd stil staat. Het coronadebat kabbelt door.

Gepubliceerd op

Dinsdagavond kwam het duo Rutte/de Jong met aangepaste coronamaatregelen. Het debat kan weer beginnen. Een debat over Corona publiekelijk gevoerd, aan de TV borreltafels, draagt niet bij aan de geloofwaardigheid van de wetenschap, van de coronamaatregelen en van de betrokken ‘experts’. Verwarring onder kijkers. Een wetenschappelijk discours is goed. De ene wetenschapper heeft iets gevonden, de ander iets anders en vecht die ene aan. Zo’n debat is prima. Zo groeit onze kennis en onze wetenschap.

Aerosolen
Maarten Keulemans schreef in zijn artikel ‘Luchtoorlog om corona’ (Volkskrant 6 juli 2020) dat 200 wetenschappers in een open brief wezen op het risico van het meeliften van het Covid-19 virus op druppeltjes speeksel die zo klein zijn dat ze een tijdje in de lucht blijven hangen en blijven rondzweven in ongeventileerde ruimtes. Aersolen in binnenruimtes, een soort stabiele luchtemulsie. Ramen open dus. Maurice de Hond had zich al eerder sterk gemaakt voor het idee. Ontmoette als leek veel scepsis van die wetenschappers die een maand later die brief niet ondertekenden. Amrish Baidjoe, veld-epidemioloog en microbioloog, riep het kabinet daarna in een brief op mondkapjes in binnenruimtes te verplichten (NRC 30 juli 2020).

Baat het niet, dan schaadt het niet
In landen om ons heen waren  mondkapjes buiten verplicht, Nederland deed niet mee. “Andere cultuur”. De burgemeesters van Amsterdam en Rotterdam kwamen in opstand. Ahmed Aboutaleb zei: “Ik moet mezelf later nog in de ogen kunnen zien”. Hij moest ervan overtuigd zijn dat hij er alles aan gedaan had om uitbreiding van de besmettingen te onderdrukken. Baat het niet dan schaadt het niet. Femke Halsema zal ook zoiets gedacht hebben. Een mondkapje als ‘nudging’ instrument. Aanvankelijk voor bewustwording, daarna voor bewustblijving. Vooral voor (late) pubers voor wie ‘Fear of Missing Out’ (FOMO) leidend is en tegendraadsheid het normaal. Een lichtblauw mondkapje, al of niet drielaags, heeft een sterkere signaalfunctie, dan de ‘fancy’ afsluiters met een tijgerprint of leeuwenmuil.

Mondkapjes
Niet nodig, zei Van Dissel vorig jaar juli een Noors overzicht citerend: “laat 200 duizend mensen een week lang een mondkapje dragen, en je zult misschien één geval van besmetting voorkomen. Een buitengewoon klein effect”. Een typisch voorbeeld van ‘cherry picking’ (“cijfers zijn correct als ze mij welgevallig zijn”). Was het Nederlandse beleid soms gestoeld op het voorkomen van gezichtsverlies: “ Wie A zegt moet A blijven zeggen”? Ook Amrish Baidjo zei dat het erop leek of Nederlandse beleidsmakers waaronder Mark Rutte en RIVM-coronachef van Dissel een imagoprobleem (gezichtsverlies) vreesden als ze van mening zouden veranderen. „Er is zo lang gezegd: mondkapjes werken niet. Dan wordt het lastig daarop terug te komen. Het past in de trend dat er met te veel stelligheid is gecommuniceerd over dingen waarover geen zekerheid was.”


Ongeloofwaardige wetenschap

Augustin Landier, een hoogleraar aan de ‘École des Hautes études commercials de Paris’ en David Thesmas van het ‘Massachusetts Institute of Technology’ schreven in een artikel in Les Echos, “Covis – 19 and the meaning of Scientific Failure’ dat de gezondheidscrisis een gigantische onzekerheid zichtbaar heeft gemaakt en de grenzen van menselijk kennis heeft getoond. Wetenschappers hebben uiteenlopende standpunten ingenomen en zijn regelmatig van mening veranderd. Hebben tegenstrijdige onderzoeksresultaten gepubliceerd en later weer teruggetrokken. “De vrees onder wetenschappers bestaat dat ze uit de crisis komen met een volstrekte ongeloofwaardigeheid”.

Grote golf publikaties 
Daar bovenop kwam een tsunami aan publikaties, naar aanleiding van het Covid-19 virus. Een ‘collateral damage’. Een gevolg van de race naar het verlossende vaccin. Gewonnen door Pfizer en BioNTech. Het Allen Institute for AI (AI2) stelde vast dat er in die periode meer dan 130.000 wetenschappelijke publikaties op dit gebied waren verschenen. Voor het merendeel prematuur, soms speculatief, soms op schimmige websites gezet, niet volgens de normen ‘ge-refereed’, veel met voorlopige conclusies en een aantal dat weer werd teruggetrokken.

Beïnvloeding jonge volgers
Uit onverwachte hoek kwam ook nog eens het fotomodel Doutzen Kroes, een “influencer” met 6,5 miljoen volgers. Zij trok de vele tegenstrijdige conclusies van de experts in twijfel. De coronaparadox gaf haar daartoe de ruimte. Ze kwam met een complottheorie en aanbevelingen voor gezond eten. Promotie voor de Powerfoodlijn van haar  zuster Renske? Kritisch zijn is goed, maar beïnvloeding, op deze wijze, van 6,5 miljoen jonge, over het algemeen niet zo kritische, volgers leek niet zo verstandig. Een wetenschappelijk debat is inderdaad heel goed voor de ontwikkeling van de wetenschap. Maar dan wel binnen de muren van die wetenschap. Met gesprekspartners die het spel kennen. En naar buiten komen, pas als er consensus is. Ook internationaal. Breng niet het grote publiek in verwarring, dat de logica en het nut van tegengestelde meningen niet kan volgen. Om te voorkomen dat het grote publiek zegt “die experts? ze kunnen me wat”.

Zo was het een jaar geleden en zo is het nog steeds. De tijd lijkt stil te staan.

Edwin Kisman