Daar ligt hij weer. Dat rapport dat vorige maand al af had moeten zijn. En die belastingaangifte, al drie keer geopend en weer in de map gestopt. Of dat businessplan waarnaar al zo vaak is gevraagd. En dan die lekkende kraan, of die loszittende tegel?
Ze hangen in je hoofd, die klussen. Als hongerige honden bij het avondeten. Alleen, jij hebt geen zin ze te voeren.
Een tomaat als panacee
Er is een uitweg, de pomodoro. Een simpele keukenwekker in de vorm van een tomaat bracht Francesco Cirillo eind jaren tachtig tot een inzicht. Hij werkte dat uit en noemde het de Pomodoro Techniek. Het stelselmatige uitstellen, ‘procrastinatie’, heeft namelijk één grote oorzaak: het overvolle bord. De oplossing: beginnen met een kleine hap, even wachten, daarna rustig dooreten. Kalm aan, niet proppen.
Waarom toch dat uitstellen?
Waarom stellen we eigenlijk uit? De psychologen Jane Burka en Lenora Yuen beschrijven in hun boek “Procrastination” het fenomeen en een aanpak.
De oorzaken: faalangst, perfectionisme, controledrang.
De berg lijkt te hoog. Het rapport te dik. De spreadsheet te ingewikkeld. We doen alsof het vanzelf verdwijnt als we het maar lang genoeg negeren.
Salami-tactiek, hapklare brokken
Cirillo’s trucje is zo simpel dat het bijna vanzelfsprekend is. Verdeel die mammoettaak in kleine blokken van bijvoorbeeld 25 minuten, ‘pomodoro’s’. Salami-tactiek. Werk 25 minuten, rust 5 minuten. Herhaal dat. De keukenwekker tikt meedogenloos. Tijd wordt plots tastbaar. Concreet. Eindig.
Maar, vroeg ik me af ”moet je al meteen beginnen met 25 minuten?” Nee, begin korter. Kalmaan.
De kunst van het ruiken, het aftasten.
Een voorbeeld uit eigen ervaring. Die onaantrekkelijke belastingaangifte op mijn bureau. In plaats van me er volledig op te storten, besloot ik er eerst gewoon aan te gaan ‘ruiken’. Vijftien minuten. Niet meer. Alleen even kijken wat er allemaal bij kwam kijken. Welke formulieren? Welke cijfers? Verder even niks. Alleen observatie.
Daarna iets anders doen. Kopje koffie halen. Lanterfanten. Een ander probleemgeval traceren. Intussen de aangifte de gelegenheid bieden in te dalen in mijn onbewuste. Zoals een goede wijn die je moet laten ademen om op smaak te komen.
Een dag later pakte ik m’n aangifte weer op. Nu een uur. Eén onderdeel oppakken. De reiskosten bijvoorbeeld. Meer niet. Kappen, wegwandelen, koffie , lanterfanten. Weer laten indalen.

Weerzin en weerstand nemen af
Het wonderlijke gebeurde: mijn weerzin begon te slinken. Het monster werd herkenbaar. Hanteerbaar.
Bij de derde sessie merkte ik al dat de vaart erin kwam. Zoals water dat begint te stromen. Langzaam eerst, dan steeds sneller naarmate je de kraan verder opendraait. De volgende stappen gingen sneller. Maar ik dwong mezelf om niet te snel te gaan.
De klus werd stapsgewijs geklaard. Eindigde met een hink-stap sprong.
De druppel holt de steen uit
Geen heroïsche marathonsessies.
Want daar zit ‘m de kneep. We denken dat we problemen moeten overwinnen met brute kracht. Met eindeloze zondagmiddagen achter de computer. Maar echte vooruitgang gebeurt in kleine, verteerbare brokken. Net als die oude Latijnse spreuk: “Gutta cavat lapidem” – de druppel holt steen uit.
Het onbewuste als bondgenoot
Wat er gebeurt tijdens die tussenpauzes is fascinerend. Je onbewuste blijft doorwerken aan het probleem. Zonder dat je het merkt. Het zoekt verbindingen, oplossingen, ‘shortcuts’. Als je terugkomt voor de volgende sessie, is het terrein al verkend. De weg gebaand.
Zo schreef ik ooit een ingewikkeld artikel in vijf pomodoros. Research, brainstorm, concept, redactie, ‘finishing touch’. Tussen elke sessie deed ik andere dingen. Met hand en hoofd. Ging wandelen. Staarde uit het raam, luisterde muziek, tekende, lanterfante. Mijn onbewuste deed ondertussen het echte werk.
De berg worden heuveltjes
Die keukenwekker van Cirillo heeft dus gelijk. Maar begin zelf nog rustiger dan hij voorstelt. Ruik eerst aan je problemen voordat je ze gaat opeten. Laat ze wennen aan je aanwezigheid. En jij aan de hunne.
Voor je het weet, verander je van iemand die een hoge berg op gaat, in iemand die heuveltjes beklimt. Eentje tegelijk. Met pauzes voor het uitzicht.
Die belastingaangifte? Allang verstuurd. Het rapport? Ligt op de stapel ‘afgerond’. En dat businessplan? Nou ja, dat mag nog even wachten. Ook tomaten hebben tijd nodig om te rijpen.
Edwin Kisman
Lees ook de column van 29 april 2016

 
							

