Overdaad schaadt

Gepubliceerd op
Spullen, spullen en. nog eens spullen

Een uitbraak naar Noord Frankrijk, Aisne. Een Ardennenoffensief ‘après la lettre’. Een ‘snuffeltour’. Kringlopen. Emmaüsen. Na enkele dagen spullen, spullen en nog eens spullen, krijgt het begrip overdaad inhoud. Wordt zichtbaar, tastbaar, concreet. Voor de een mooi, voor de ander een zooi. Zicht op de filterkoek van de maatschappij.
Een toonbeeld van ontspulling en tegelijk van consumentisme. Van hebberigheid, van begeerte, van koopzucht. Gefaciliteerd door aanbod, reclame en influencers.

Verzuipen in de spullen,
naar adem snakken

Hoe ontstaat overdaad? Overtolligheid, overvloedigheid?
De meeste mensen streven naar méér. Die drang naar méér kan neurologisch, evolutionair en ook economisch verklaard worden. Een vurig verlangde aankoop kan in de hersenen neurotransmitters aanmaken, die op hun beurt een beloningspad activeren en zo een geluksgevoel teweegbrengen. Dat vaak van korte duur is. “Het hebben van de saek, is immers het einde van het vermaeck”. Na de hosanna een terugval: de hedonistische tredmolen.
Voor de jager-verzamelaar was méér vergaren een kwestie van overleven. Morgen zou ‘t wel eens een dag zonder vangst kunnen zijn. Die drijfveer is blijven hangen in de mens en vormt mogelijk de basis van de “onverzadigbare behoeften”.

Keep up with the Joneses
Die drijfveren, die mogelijk samenwerken, maken het moeilijk de “onverzadigbare behoeften” van de mens te beteugelen. Méér, méér, méér is het credo. Daarnaast speelt ook status een rol, we moeten, “keep up with the Joneses”. Jaloezie, overtroeven.
Anderzijds bestaat er zoiets als angst voor “sociale daling”. Dat leidt tot “doen alsof” en “middelmatige luxe”. Ietsje méér dus dan genoeg, maar net niet over de top. Het verlangen naar meer, mooier en beter wordt vandaag de dag ook nog eens breed aangejaagd door de sociale media. Van kampvuurtje tot bosbrand. Facebook, Instagram, Tik-tok, al dan niet met influencers als voorzangers. De inprenting van een schoonheidsideaal.

Fashion Graveyard, Chili

Hoe beteugel je overdaad?
Hoe beperken we de overdaad? Minder produceren. Wat doet bijvoorbeeld de mode-industrie, de makers van ‘Fast Fashion’. Producten voor één seizoen. Wat overblijft is uit de mode en wordt weggedaan. Gaat naar de tweedehandshandel en wat dan overblijft naar afval locaties in de woestijn. Zoals de ‘Fashion Graveyard‘ in een woestijn in Chili. Om er eeuwig van de zon te genieten en te verbleken. En nauwelijks te desintegreren. De ecologische voetafdruk groeit.

Nou hoor je ’t eens van een ander

Maximaal vijf per jaar
Volgens een studie passen maximaal vijf nieuwe kledingstukken per jaar in een duurzaam consumptiepatroon. Wat blijkt: Nederlandse consumenten kopen gemiddeld tien per jaar, de minder bedeelden minder, de gefortuneerden meer.
Die mode-industrie zou er wel iets aan willen doen. Volgens Yara van Heugten, in ‘Follow The Money’ ( 11 juni 2024). Maar de consumenten liggen dwars, zeggen ze. “Die blijven maar kopen”. Opgestookt door reclame en ‘social media’.
Dus stijgt de productie en daarmee druk op het milieu, maar tegelijkertijd ook de omzet en de winst. Productie beperken, een echt dilemma? Het wachten is op overheidsmaatregelen, zeggen ze. Productieverlaging of kleinere voetafdruk: geen dilemma. ‘Less is more’, wat bedoel je? Dat geldt voor alle producerende bedrijven. Laten we voorlopig dan maar niet verder gaan dan ‘greenwashing’.

Wat doe je met die overdaad?
Ben je al overladen en zit je met je overdaad in je maag? Wat doe je er mee? Bewaren, verkopen, weggeven, weggooien? In de container. Dat laatste is vervuilend en verspillend. Verkopen en weggeven is circulair. Hergebruik is nuttig, geen verlies van materie dat door andere materie vervangen zou moeten worden.
Verkopen levert zelfs nog wat op. Voorkomt bovendien dat de koper weer iets nieuws aanschaft. Het producten-universum daarmee vergroot.

Sylvie Fleury, overdaad, in Kunsthal Rotterdam

Dagelijks ontspullen
Verkopen, via Marktplaats, Vinted of een ‘garage sale’. Of weggeven aan vrienden of kringloopwinkels. Voor sommige kopers een ‘El dorado’. Snuffelen als entertainment. Je kan bovendien geluk hebben. Spekkoper zijn als je er iets voor € 5 koopt en het later op een veiling voor € 130.000 van de hand gaat. ‘Beginners luck’? De kans is klein maar groter dan nul.
Als je het niet weg wil doen dan houd je het. Bewaar je het. Daar moet je wel de ruimte voor hebben en een sterke neiging tot ‘hoarding’. Hulp is altijd te krijgen. Ik kom hier binnenkort uitgebreid op terug.

Overdaad schaadt de toekomst van je nazaten
Voorkòm echter overdaad. “Voorkomen is beter dan genezen”. Koop minder. ‘Less is More’. Dan zal er ook minder worden geproduceerd. Niet meer dan vijf kledingstukken per jaar. Koop ze in een kringloop winkel. Dat wordt al jaren voor mij gedaan. Maximaal vijf gerecirculeerde kledingstukken per jaar. Vergroot je zelfverzekerdheid. Laat je oren niet hangen naar de Joneses. Stimuleer de productieverlaging en de verkleining van de ecologische voetafdruk. Want overdaad schaadt de toekomst van je nazaten.

Edwin Kisman

Wat vond u van deze column?

Uit een Brocanterie

Boeken
Robert & Edward Skidelsky (2012) “How Much is Enough? The Love of Money and the Case for the Good Life”
Jason Hickel (2020), “Less is More. How degrowth will save the world”.
Marieke Henselmans (red) (2001) “Genoeg uitgegeven. handboek voor consuminderen”
John Kenneth Galbraith (1958), “The Affluent Society“,
Hanneke van Veen, Rob van Eeden (1994) “Meer doen met minder” (Genoeg)

Doe wat je leuk vindt en neem er de tijd voor

Gepubliceerd op

Moet je voortdurend bezig zijn, geen moment stil zitten, je ‘to-do’ lijstjes afvinken, jezelf naar een ‘burn-out’ werken, daardoor gedwongen worden af te kicken, of voorkom je dat door tijdig en regelmatig te niksen? Niets doen. De tijd te nemen.

Pak ‘n boek
Niksen is anders dan niets doen en je vervelen. Als een van m’n kinderen vroeger klaagde: ”Ik verveel me”, was mijn gevleugelde aanbeveling “Pak ’n boek”. Wat zelden gebeurde. Richard Carlson, auteur van het boek ‘ Don’t Sweat the Small Stuff … and it’s all small stuff’ reageert anders in een schijnbaar vergelijkbare situatie. Hij zegt: “Great, be bored for a while. It’s good for you.” Hij doelt echter op die andere situatie van niets doen: het niksen. Ontspannen, gelegenheid bieden tot introspectie. Bij kinderen zal de behoefte daaraan nog niet zo groot zijn.

Inflatie, elk nadeel heb z’n voordeel

Gepubliceerd op

In mijn vorige column vergeleek ik de vijftiger jaren met 2022.
De vraag was: wat is beter? Dat de (materiële) welvaart nu beter is dan toen staat als een paal boven water. Maar of het welzijn ook voortuitgegaan is, dat kon ieder voor zich vaststellen. Je wist toen niet beter. En ‘nu’ is geen referentie voor ’toen’.

Maar wat is die welvaart van nu?
Overbodige luxe, overbodige spullen, verwend worden door Thuisbezorgd, ongezond eten, tijdverslindende sociale media, intensief vliegverkeer, een aanzwellende klimaatcrisis, zich snel verspreidende pandemieën, een groeiende kloof tussen arm en rijk, etc.
Arjen van Veelen beschreef dat onlangs heel overtuigend in zijn essay “Help ik wil weg uit de wegwerp cultuur” (NRC 8 dec 2022)

Wegwerpcultuur en verzamelwoede (‘hoarding‘)

Is welzijn ook toegenomen?
Heeft de groei van de welvaart een evenredige groei van het welzijn en het geluk tot gevolg gehad?
Er is nu meer stress. De stress van de prestatiemaatschappij, die zich uit in de toename van burnouts, de obsessie van de ‘hedonistische tredmolen’, ‘mimesis’ (‘keeping up with the Joneses’), die als reactie het ‘quiet quitting’ oproept: “ik kom om negen uur en klap om exact vijf uur mijn laptop dicht. Morgen is weer een dag”.

Brede welvaart
Volgens een recent CBS rapport is de brede welvaart in 2022 op veel onderdelen gelijk gebleven of toegenomen. Op veel plaatsen in Nederland nam de brede welvaart toe op de onderdelen materiële welvaart, arbeid en vrije tijd, en veiligheid.

Is de welvaart inderdaad breed toegenomen?
Paul Schnabel schrijft hierover in de NRC van 6 december:
“De grootste nieuwe politieke en economische zorg vormt wat inmiddels het ‘precariaat’ is gaan heten. Dat zijn de meer dan tweeënhalf miljoen mensen die door laagbetaald en onzeker werk, werkloosheid, arbeidsongeschiktheid, echtscheiding, lage opleiding, migratie, handicap of een combinatie van deze factoren het nog steeds stijgende welvaarts- en ambitieniveau van het leidende deel van de middenklasse niet kunnen bijhouden”.

Waar gaat het inkomen heen?
Want hoe zit het? Je hebt een laag (netto)inkomen. Een groot deel daarvan wordt opgeslokt door vaste lasten, inclusief energie (halfvast). Wat overblijft is de vrij besteedbare “marge”. Daaruit betaal je in eerste instantie je primaire levensbehoeften: eten, drinken en kleding. Wat daarna overblijft besteed je aan leuke dingen (“luxe”).

Schuivende panelen

En, wat als de vaste lasten stijgen?
Wat gebeurt er? Je inkomen verandert niet, maar je vaste lasten stijgen (inflatie). Je marge versmalt. Eten en drinken worden ook duurder (inflatie). Om nog speelruimte over te houden voor leuke dingen kan je op je eten en drinken beknibbelen. Maar hoe groot is de rek?

Hangt af van je levensstijl
Dat hangt af van wat je gewend bent. Tussen een bemiddelde ‘bon vivant‘ en een geroutineerde armlastige overlever ligt een brede straat.
Als je tot de eerste categorie behoort, die de ‘hedonistische tredmolen’ bewandelt, voortdurend reikend naar méér en méér, dan kan je ‘t nog even volhouden. De overlever echter moet noodgedwongen al snel overschakelen naar de “hongermodus”. Méér consumeren is niet aan de orde. De kloof tussen arm en rijk verbreedt en verdiept zich. Met bijbehorende gezondheidsverschillen (CBS 21 dec). Hoewel overlevers heel vindingrijk kunnen zijn.

Een overlever: op te grote voet leven of nuttig hergebruik?

Voor welgestelden en superrijken, geen vuiltje aan de lucht
Dan zijn er nog categorieën welgestelden en superrijken voor wie er ogenschijnlijk geen vuiltje aan de lucht is. Die hebben een knots van een marge. Veel vliegen, luxe jacht, veel overbodige kleding, tig paar schoenen. Die méér kopen dan nodig is. Voor die categorieën zijn er overigens ook twee scenario’s. (A) Er is niets aan de hand ‘business as usual’. Of (B) het noodlot slaat toe (faillissement, scheiding, onverwachte belastingaanslag, proces wegens ‘sexual harassment’), waardoor ook hun marge verschrompelt en zij misschien zelfs wel degraderen naar de klasse van de overlevers.

Reclame jaagt de consumptie aan, en die weer de productie

Wat betekent dit voor het klimaat?
De overlevers consuminderen noodgedwongen. De bon vivants schakelen ook terug, gaan een tandje lager. Per saldo leidt de inflatie tot consuminderen, wat goed is voor de natuur, de mens en de planeet.
Het gedrag op andere wijze veranderen dan via de portemonnee is zwemmen in stroop. Zo zie je dat “het nadeel van de inflatie ook een voordeel heb” (Vrij naar Johan Cruijf).

Plaats voor 300 asielzoekers

Wat consuminderen voor de medemens
Het is te hopen dat de welgestelden en superrijken, een kleine groep, op hun manier een bijdrage gaan leveren aan het behoud van onze planeet. Bijvoorbeeld door hun superjacht uit de vaart te nemen en het om te laten bouwen tot asielcentrum. Of door voortaan niet wekelijks met hun privéjet naar hun idyllische buiten op de Malediven te vliegen, maar hooguit maandelijks (je moet toch wat). Ja, dat is even slikken en de buikriem aanhalen. Maar je moet toch wat voor je medemens over hebben.
Hallo, hoort u mij?

Edwin Kisman

Wat vond u van deze column?



Zie ook deze columns
Consumptie, het epicentrum van de Apocalyptische cyclus”

“’Tempo doeloe’, terugverlangen naar de jaren vijftig of niet?”

En deze Kerst tip
5 Ways to Save on Your Online Christmas Shopping