“Maakt geld gelukkig?”. In zijn boek met deze titel antwoordt Ap Dijksterhuis “Ja, als je het deelt”. Weggeven maakt uiteindelijk gelukkiger dan voor onszelf houden.”Het geluk dat het geven aan anderen ons brengt, is universeel en aangeboren”. Die ervaring heb ik ook: geld geven maakt gelukkig. Zo ongeveer is het ook voor het delen van gedachten en ideeën. Dat is waarom het schrijven van columns mij een goed gevoel geeft: ik deel hierin mijn gedachten, in columns, zoals ik mijn blogs tegenwoordig noem, op aandringen van mijn zoon Floris.
Ik ben op Nieuwsdieet gegaan. Al het Nieuws heb ik ‘on hold’ gezet. Op kerstavond heb ik de daad bij het woord gevoegd. Kwam dat door het overvloedige Kerstmaal of omdat ik het boek van Rolf Dobelli “Het Nieuwsdieet. Omgaan met de overload aan informatie” voor de tweede maal las? Ik denk, vooral dat laatste. Over het Nieuws dat ons als een Pacman opslokt.
Wat heet genoeg? Genoeg is net als smaak, er valt niet over te twisten. Wat voor de een méér dan genoeg is, is voor de ander nog lang niet genoeg. Zo houden?
Wat is genoeg?
De Zwitserse schrijver Rolf Dobelli stelt dat een inkomen van een ton ruim voldoende is. Lijkt me ook. Maar voor Rupsje Nooit Genoeg is ’t dat bij lange na niet. Een blokje huizen erbij en een Grand Prix in de blonde duinen. ‘Now we’re talking’.
Terwijl voor de een twee maaltijden per dag genoeg zijn, droomt een ander van een zevengangen diner, overvloedig besprenkeld met Premier Cru-wijnen.
Is voor de één een Hema horloge van € 5 genoeg, de ander struint het web af naar een goud gerande Rolex, Limited Edition. Zijn negende. Alsof je de tijd daarmee beter onder controle krijgt.
Terwijl de een kiest voor een camping in Hoek van Holland, verkiest de ander de Maagdeneilanden. Da’s pas een paradijs. Blanke stranden, smaragdgroen water en vooral veel brievenbusfirma’s, meer dan maagden.
“Genoeg” is dus rekbaar. Zo laten of toch grenzen stellen? Soms is dat nodig.
Voortdurend streven naar méér
De meeste mensen streven naar méér. Dat Wilders minder wilde was dan ook opmerkelijk.
Die drang naar méér kan neurologisch, evolutionair en ook economisch verklaard worden. Een vurig verlangde aankoop kan in de hersenen neurotransmitters aanmaken, die op hun beurt een beloningspad activeren en zo een geluksgevoel teweegbrengen. Die vaak van korte duur is. Het hebben van de zaak, is immers het einde van het vermaak. Na de hosanna een terugval: de hedonistische tredmolen.
Voor de jager-verzamelaar was méér vergaren een kwestie van overleven. Morgen zou ‘t wel eens een dag zonder vangst kunnen zijn. Die drijfveer is blijven hangen in de mens en vormt mogelijk de basis van de “onverzadigbare behoeften” waarover de Skidelsky’s het hebben.
Hoeveel is genoeg? Robert Skidelsky en zijn zoon Edward verklaren in hun boek “How Much is Enough?: Money and the Good Life”dat die “onverzadigbare behoeften” voortvloeien uit het kapitalisme. Was geld in de oudheid een middel om het doel, een goed leven, te bereiken. Sinds de opkomst van het kapitalisme, vanaf de industriële revolutie, werd geld van middel tot doel verheven. Het heeft, volgens de Skidelsky’s weliswaar het goede leven mogelijk gemaakt, maar heeft gelijktijdig dat oorspronkelijke doel, het goede leven, als prioriteit uit het oog verloren.
Keep up with the Joneses
Die drijfveren, die mogelijk samenwerken, maken het moeilijk de “onverzadigbare behoeften” van de mens te beteugelen. Méér, méér, méér is het credo. Daarnaast speelt ook status een rol, we moeten, zoals de Skidelsky’s het noemen, “keep up with the Joneses”. Jaloezie, overtroeven. Buurman een Lamborghini Aventador? Ik een Porsche Carrera GT al moet ik daarvoor mijn hypotheek uitbreiden.
Anderzijds bestaat er zoiets als angst voor “sociale daling”, zoals Jonas Kooyman dat in de NRC van 3 oktober beschrijft. Dat leidt tot “doen alsof” en “middelmatige luxe”. Ietsje méér dus dan genoeg, maar net niet over de top. Het verlangen naar meer, mooier en beter wordt vandaag de dag ook nog eens breed aangejaagd door de sociale media. Van kampvuurtje tot bosbrand. Facebook, Instagram, Tik-tok, al dan niet met influencers als voorzangers. De inprenting van een schoonheidsideaal.
Grenzen aan de Groei
“Genoeg” verheffen tot een norm? Dat zal niet zomaar lukken.
Ondanks de donkere wolken die zich boven onze planeet samenpakken blijft onze economische groei doorgaan. Het bbp van Nederland is in 2020 met 3,9% gegroeid, in 2022 wordt een groei van 3,5% verwacht. Een streepje lager, maar als de groei met dit tempo doorgaat is het bbp in 2050 bijna driemaal hoger dan nu. Reken het zelf maar uit. Dankzij de toegenomen produktie, energieconsumptie en de daarmee gepaard gaande afvaluitstoot (zowel gas als vast). Hoe moet dat als we volgens “Parijs” onze broeikasgasuitstoot in 2050 teruggebracht moeten hebben naar netto bijna nul?
Apocalyps voorkomen
We moeten dus vasthouden aan het begrenzen van die “onverzadigbare behoeften”. Het moet genoeg zijn. Domweg, vanwege die donkere wolken boven elke horizon op onze planeet. Het zijn de voorboden van een Apocalyps. “Grenzen aan de Groei” werd in 1972 al geroepen door de Club van Rome. Het rapport werd uitgewerkt door een team van MIT onder leiding van Dennis en Donella Meadows. Wat is er mee gedaan?
Hoe dan?
Genoeg, hoe dan?
Produktie verminderen, consuminderen, geen of minder reclame om de verkoop aan te jagen, minder vervuiling, afval minderen te land, ter zee en in de lucht. De aarde minder uitputten. Welvaart beter spreiden. Korter werken, de droom van Keynes waarmaken, maximaal 3 uur per dag.
De Skidelsky’s doen in hun boek uit 2012 ook aanbevelingen: een basisinkomen voor iedereen, progressieve belasting vooral op (exhorbitante) bestedingen in plaats van op inkomen en vermindering van reclame door de kosten ervan niet meer aftrekbaar te maken.
Veel minderen en ontspullen om méér van dat ene ingredient te krijgen: een goed leven.
Want, om met Jason Hickel te spreken “Less is More”.
..en de boeken Robert & Edward Skidelsky (2012) “How Much is Enough? The Love of Money and the Case for the Good Life” Jason Hickel (2020), “Less is More. How degrowth will save the world”.
Marieke Henselmans (red) (2001) Genoeg uitgegeven. handboek voor consuminderen
Hanneke van Veen, Rob van Eeden (1994) Meer doen met minder (Genoeg)