
Goochelaars goochelen, al dan niet als professional—’om den brode’. Daarom zijn er ‘vak’tijdschriften voor hen die met goochelen hun brood verdienen.
De Magiër
Een ‘alert’ van marktplaats.nl: acht jaargangen van het vaktijdschrift De Magiër te koop aangeboden. Aanvankelijk zet ik vraagtekens bij ‘vaktijdschrift’ maar na enig nadenken kom ik tot de conclusie waarmee deze post opent. Toegegeven: zulke vaktijdschriften zullen ook vele hobbyisten tot hun lezerskring mogen rekenen.
Ik typ ‘de magier tijdschrift’ in in de zoekbalk van Google. Ik ben al op pagina zes van de zoekresultaten als ik op ‘De Geschiedenis van De Magiër’ stuit; een tekst uit 1996 die te vinden is op de website a-en-g.nl. Enigszins opgewonden klik ik op de hyperlink.
Dan opent een ‘pagina’ met een schermbrede tekst en een drietal plaatjes waarvan één de cover van het eerste nummer van ‘De Magiër’ toont; bingo! Het lijkt erop of ik ‘de verdubbelaar’ ingezet heb want boven de tekst prijkt de kop: “De Geschiedenissen van ‘Triks’ en ‘De Magiër”. De tekst is van Wim van Rosmalen, zo blijkt later. Over ‘Triks’ verderop meer.
Ik lees dat Cas G. Ziekman (*1919, †1987; van beroep jongleur/goochelaar) op 1 mei 1943—de Tweede Wereldoorlog is nog in volle gang—goochelstudio Mephisto-Huis aan de Prins Hendrikkade 124 in Amsterdam opende. Het duurt dan nog tot juni 1947 als het eerste nummer van ‘De Magiër’ verschijnt, waardoor de goochelstudio ook een uitgeverij wordt. De ondertitel luidt: “Vakblad voor de goochelkunst”. Na de tweede jaargang komt de verschijning tot oktober 1952 stil te liggen. Deze verschijningspauze van 40 (!) maanden wordt door Ziekman toegeschreven aan het vertrek van een redacteur. Het document van Van Rosmalen doet per jaargang een kort verslag van de redactionele inhoud van ‘De Magiër’. Wie in goochelen geïnteresseerd is kan zijn hart ophalen aan de tientallen namen van redacteuren/goochelaars—vaak met exotisch klinkende pseudoniemen—illustratoren en vormgevers die genoemd worden. Nooit geweten dat Fred Kaps (artiestennaam van Bram Bongers; *1926, †1980)—die ik lang geleden, in het tijdperk van de zwart/wit-televisie, wel eens heb zien goochelen—in de 40’er en 50’er jaren de naam ‘Mystica’ gebruikte. Na 25 jaargangen, in september 1975, houdt ‘De Magiër’ op te bestaan omdat de gezondheid van (hoofd)redacteur Iskari (pseudoniem van Freek H. Kemner jr.; *1921, †1984) verder werken niet langer toelaat. Iskari trad al vanaf de derde jaargang op als vormgever, en vanaf de achtste jaargang was hij als enig redacteur aan het blad verbonden.
In 1974 verkoopt Ziekman zijn activiteiten aan goochelaars uit België. Ruim twintig jaar later in 1996 heet Mephisto-Huis kortweg Mephisto of Huis Mephisto en is dan te vinden in het Belgische Kortrijk. Weer twintig jaar later levert de zoekterm ‘Mephisto Huis’ bij Google nog steeds hits op, maar goochelen heet tegenwoordig ‘magic’ en een goochelaar een ‘illusionist’.
Triks
Het verhaal achter ‘Triks’ is zo mogelijk nog boeiender dan dat van ‘De Magiër’. Aangekondigd als ‘De Tooverlantaarn’, verschijnt het eerste nummer van ‘Triks’ al in april 1941—het niet-aanvalsverdrag met de Sovjet Unie is door Hitler-Duitsland nog niet geschonden. De ondertitel is dan nog: “Nederlandsch Maandblad voor de Goochelkunst”.
Na het verschijnen van het laatste nummer van de tweede jaargang—maart 1943—krijgt ‘Triks’ een verschijningsverbod opgelegd. De derde jaargang start in oktober 1945. Zoals Ziekman de drijvende kracht achter ‘De Magiër’ is, vervult Henk Vermeyden deze rol voor ‘Triks’. Uit de tekst van Van Rosmalen spreekt dat ‘Triks’/Vermeyden ‘De Magiër’/Ziekman op tal van aspecten overvleugeld. ‘Triks’ is ouder dan ‘De Magiër’, maar dat is op zich geen verdienste. Ook qua redactionele inhoud echter, is ‘Triks’ uit het betere hout gesneden. Ondanks dat vindt Vermeyden het niet nodig ook maar enige aandacht te schenken aan het verschijnen in 1947 van concurrent ‘De Magiër’; vanuit commercieel oogpunt begrijpelijk, maar een redactionele misser. Vermeyden verandert in 1952 wel de ondertitel van zijn vaktijdschrift; ‘Maandblad’ wordt vervangen door ‘Vakblad’, het woord dat ook te vinden is in de ondertitel van de concurrent.
De goochelwereld kent in die jaren nationale- en internationale kampioenschappen en congressen. ‘Triks’ doet daarvan nauwgezet verslag. Het wereldcongres 1955 werd in Amsterdam gehouden, en de al eerder genoemde Fred Kaps—protégé van Vermeyden—werd voor de tweede maal uitgeroepen tot wereldkampioen. Het laatste nummer van ‘Triks verschijnt in het voorjaar van 1974 en het werd dus overleefd door ‘De Magiër’. Al tijdens de voorlaatste 29ste jaargang kampt ‘Triks’ met onregelmatige verschijning, ongenummerde- en inhaalnummers. ‘De koek raakt op’; de 30ste jaargang blijft onvoltooid.
Credits Deze post is gebaseerd op/een bewerking van de tekst: “De Geschiedenissen van ‘Triks’ en ‘De Magiër”, door Wim van Rosmalen. Deze tekst is te vinden op de website a-en-g.nl (link naar ‘Triks‘ en ‘De Magiër‘); nl.wikipedia.org > Fred Kaps
Meer lezen over WOII en vakinformatie?
Lees mijn blog ‘Vakinformatie in oorlogstijd‘
Erg leuk om te lezen! Een stukje geschiedenis van de goochelkunst en het goochelen in Nederland en België. Zelf heb ik ook nog trucs die afkomstig zijn van de goochelwinkel Mephisto. En Henk Vermeyden leeft nog steeds een beetje voort met de “Henk Vermeyden wisselprijs” bij goochelcongressen. Zelf treed ik voornamelijk op als kindergoochelaar voor kinderen, https://www.kindergoochelaar.nl , maar ik ben geïnteresseerd in alles m.b.t. goochelaars, dus leuk om te lezen. Bedankt voor het delen van het stuk hier op het internet.
Ik ben in het bezit van 7 boekjes De Magiër,van de 6 de jaargang uit 1956 nr:
1,8,9,10,11 en 12 en van de 7de jaargang nr: 3.Kan iemand mij vertellen wat deze waard kunnen zijn.
Met vriendelijke.gr
R.Bordewijk
Dat hangt ervan af hoe graag iemand die vaktijdschriften wil hebben. Mijn ervaring is dat de economische waarde van oude (vak)tijdschriften schromelijk overschat wordt. Ik zou zeggen: alles dat u meer krijgt dan € 2,50 per tijdschrift, is ‘mooi meegenomen’; in uw situatie dus € 17,50 voor 7 tijdschriften. Let op: ik heb ‘t niet over een eventuele emotionele waarde (zie de opening van dit antwoord). Een uitzondering op ‘t voorgaande geldt misschien (?) voor ‘eerste nummers’ en, in mindere mate, voor laatste nummers.
Goedenavond. Ik zag dat U geintresseerd bent in goochelaars vakbladen. Mijn opa was goochelaar in de jaren 50. Ik heb van het blad da magiër de gebundelde jaargangen 3 tm 10 in mijn bezit. Ze zijn in goede nette staat. Heeft u interesse om deze over te nemen? Mvg Frans
Ik heb er 150 dat zal dus 375 € zijn maar 100€ is ook goed
Dank voor ‘t aanbod, maar ik zal er geen gebruik van maken. Ik ben geïnteresseerd in vaktijdschriften van alle branches en disciplines; niet specifiek in die van goochelaars. Tenzij u ook de eerste nummers in uw bezit hebt (Triks, april 1941; De Magiër, juni 1947)