Een stad in puin, een land ook. Rotterdam 1940, Manado 1944, Berlijn 1945, Oekraïne 2020, Gaza 2023. Steeds weer. Een mens bevrijd. Een kamp, Auschwitz, Tjideng, Goelag. Een bedrijf aan de rand van een ravijn. Krabbelt op.
Hoe kom je uit een dal er weer bovenop? Hoe kom je weer tot normaal? Door veerkracht. ‘Bouncing back‘.
Wat is dat, veerkracht?
Veerkracht bij mensen
Bij mensen, het vermogen om te herstellen van moeilijkheden, tegenslagen of traumatische gebeurtenissen. Zich aan te passen aan stressvolle situaties. Stelt mensen in staat om flexibel te zijn, problemen effectief op te lossen en emotioneel welzijn te behouden. Zelfs in moeilijke tijden.
In staat om op te veren uit een dal.
Veerkracht bij bedrijven
Bij bedrijven, het vermogen om zich aan te passen aan veranderingen, verstoringen of uitdagingen in de bedrijfsomgeving. Het vermogen om snel te reageren op veranderingen, operationele flexibiliteit te tonen, risico’s te beheren en zichzelf te herstellen na tegenslagen.
Realiteitszin
Realiteitszin is een belangrijke factor die veerkracht ondersteunt. Het houdt in dat iemand een objectieve kijk heeft op zichzelf, op anderen en op de wereld om hem heen. Het vermogen om situaties realistisch te beoordelen. Zonder overdreven pessimistisch of optimistisch te zijn. In staat om te gaan met de realiteit zoals die is.
Optimisme is meegenomen, in sommige gevallen is pessimisme belangrijker. Maar eigenlijk is de middenweg het beste. Realisme met een positieve instelling en lage verwachtingen.
Bepalende factoren
Diane Couthu (Harvard Business Review 2002) noemt er een aantal. Ik licht er drie uit: (1) het voortdurend accepteren van de werkelijkheid, (2) het vaste geloof dat het leven zin heeft en (3) een groot vermogen om te improviseren.
Realiteitszin.
Bij het accepteren van de werkelijkheid spelen twee instellingen een rol: optimisme en pessimisme. De optimist heeft de hoop dat ‘alles sal reg kom, als ieder sy plig doe”(Paul Kruger). Dat laatste is een gevaarlijke veronderstelling en een overschatting van “ieder”.
Couthu:”Voor grotere uitdagingen is een koele bijna pessimistische inschatting van de werkelijkheid veel belangrijker”. Ik houd het op een instelling tussen optimisme en pessimisme, gekoppeld aan een lage verwachting. Zelfs rekening houden met erger.
Zinvolheid
Zin geven aan slechte tijden. Denken “het is ergens goed voor” en daarbij bedenken wat dat “ergens” dan is. In plaats van jammeren “Waarom overkomt mij dit nu weer”. Slachtoffer spelen zonder er een leermoment in te zien. Relativeren, in plaats van denken “waarom ik?”, denken “Waarom ik niet?”.
Die positieve denkers ontlenen veerkracht aan hun gedachten. Bouwen daarmee een brug vanaf de slechte omstandigheden waarin zij nu verkeren naar een beter toekomst.
Voor een bedrijf kan het een “credo” zijn. Waar het zich aan vasthoudt en dat het door een dal heen helpt.
Improvisatievermogen
De derde component van veerkracht is het vermogen om te improviseren. Onverwachts voor een probleem gesteld zien. Nooit eerder tegengekomen. In staat tot een oplossing te komen. Soms langs onconventionele wegen. ‘Out of the box’. De antropoloog Claude Levi-Strauss noemt dat ‘bricolage’ (“doe-het-zelf”). Niet langs de geijkte paden. Op je eigen manier.
Bedrijven die overleven zien improvisatie als een fundamentele vaardigheid, een ‘core skill’.
Realistisch pessimisme
Belangrijke voorwaarde voor veerkracht? Ik houd het op een instelling tussen optimisme en pessimisme, gekoppeld aan een lage verwachting. Zelfs rekening houdend met erger. Realistisch pessimisme dus. En een goed verwachtingsmanagement.
Edwin Kisman